​​​​​​​Maak kennis met Stadsjurylid René! .

Binnenkort is het zover: de Stadsjuryleden buigen zich over de vele creatieve, duurzame en inspirerende plannen die zijn ingediend bij CityLab010. Maar wie zijn deze juryleden eigenlijk? Wat drijft hen, hoe bereiden ze zich voor en waar kijken ze het meest naar uit? 
In dit interview deelt René Bouwmeester, voorzitter van de Stadsjury, zijn inzichten, tips en favoriete momenten van de afgelopen jaren. Lees verder en ontdek wat er allemaal komt kijken bij het beoordelen van initiatieven die Rotterdam nóg mooier en beter maken!

  1. Hoe bereid je je voor op het beoordelen van zoveel uiteenlopende initiatieven? Heb je een vaste strategie?
    Ik heb niet echt een vaste strategie. Ik probeer met een open blik alle plannen te gaan lezen. Uiteraard volg ik de Rotterdamse plannen (vanuit de gemeente) actief en probeer de CityLab-plannen daar in te plaatsen. Maar een open, onbevooroordeelde geest is daarin het belangrijkst!
     
  2. Wat heb je zelf geleerd van eerdere jaren in de Stadsjury dat je nu toepast bij het beoordelen?
    Vrijwel alle plannen stralen idealisme en goede intenties uit. Dat is belangrijk, maar niet voldoende. We geven startsubsidies, dus welk plan is in staat de vonk om te zetten in een vuurtje? Minder spannend, maar wel essentieel: is het plan realiseerbaar? Voorbeeld: voor plannen in de openbare ruimte heb je contact met/instemming van de gemeente nodig. Zonder dat is het een verkwisting van publiek geld. Dat klinkt hard, maar is wel de realiteit.
     
  3. Zijn er bepaalde thema’s of onderwerpen waar je extra naar uitkijkt?
    Er zijn altijd grote en kleinere onderwerpen. Ik vind met name de onderwerpen interessant die praktisch bijdragen aan vergroening en verduurzaming in de wijk/buurt. Te grote onderwerpen kunnen ook makkelijk verwateren, dus wat mij betreft is het belangrijk dat schaal van het initiatief en beschikbaar bedrag goed op elkaar aansluiten.
     
  4. Hoe zorg je ervoor dat je objectief blijft tijdens het beoordelen van de initiatieven?
    Door steeds tegen mezelf te zeggen: ik vind niets. Ik probeer elk plan zo onbevooroordeeld als mogelijk te benaderen. Natuurlijk vind ik ook iets, maar dat schakel ik tijdens het lezen uit. En er zijn altijd onderwerpen waar mede-stadsjuryleden veel meer verstand van hebben, dus dan vraag ik hun advies of hulp.
     
  5. Wat maakt een initiatief volgens jou écht onderscheidend of kansrijk voor een startbudget?
    We hebben het over een startbudget. Dit is eenmalig geld. Dus in dat eerste jaar moet iets aangezwengeld worden, dat vanaf jaar 2 hopelijk gaat lopen. Als daar in het plan goed aandacht aan besteed wordt, word ik daar wel warm van!
     
  6. Welk initiatief heeft jou in de afgelopen jaren compleet verraste of ontroerd?
    Dat zijn eigenlijk de initiatieven die toch al doorgingen, met of zonder CityLab. Waar ik vrolijk van word, is dat vrijwel alle initiatieven super ambitieus zijn. Niet alles kan je natuurlijk direct realiseren. En dan is het zo mooi dat de CityLab-startsubsidie een soort kers op de taart is, die de extra ambities waarmaakt. Initiatieven waar ik een goed gevoel bij over heb gehouden zijn bijvoorbeeld Blend in Bloemhof of de Torentuin in het Liskwartier. Niet toevallig plekken waar je naar toe kunt. Dat zegt natuurlijk niets over alle waardevolle initiatieven die minder zichtbaar zijn!
     
  7. Stel, je mag één iconische Rotterdammer kiezen om een dagje in de jury mee samen te werken. Wie zou dat zijn en waarom?
    Een iconische Rotterdammer is wel heel bijzonder. Ik kies voor een Rotterdammer, net als wij allemaal. Met een goede visie op de toekomst. Derk Loorbach, hoogleraar en directeur van DRIFT, Dutch Research Institute for Transitions. Veel plannen refereren aan een nieuwe toekomst, een betere toekomst, een groener, beter, sterker en veiliger Rotterdam. Ik ben benieuwd hoe Derk tegen de plannen aan zou kijken en of hij ze op dezelfde manier zou beoordelen als wij. 
     
  8. Wat is jouw tip voor nieuwe initiatiefnemers?
    Ik heb er een paar:
    Focus: probeer niet heel veel doelen tegelijk te realiseren. Dat is vaak niet realistisch, en dus niet geloofwaardig.
    Denk vanuit de doelgroep: veel plannen zijn een enthousiaste uiteenzetting van een goed idee. En daarmee soms naar binnen gekeerd. Maar we willen maatschappelijke bijdrage. Impact buiten! Dus: voor wie is het bedoeld? Zitten zij hier op te wachten? Hoe verhoudt het plan zich tot wat er al is? En meer in het algemeen: voor welk probleem is jouw plan een oplossing? En waarom zou de stad daar geld in moeten investeren?
    Samenwerking: CityLab geeft een serieuze startsubsidie, maar ga niet elk wiel opnieuw uitvinden. Werk samen met een partij die al wat ervaring heeft opgebouwd: stapelen van kennis en inspanning en dus van effect, 1+1=3!